Eerst en vooral moet er voldoende wind zijn. Dit hangt af van het lokale landschap, het reliëf, de afstand tot de zee, de afstand tot bestaande windturbines en eventuele hoge obstakels.

Daarnaast moeten de bepalingen voor een goede ruimtelijke ordening gerespecteerd worden. De Vlaamse wetgeving is hierin zeer streng. Windturbines mogen in industriegebied of havengebied komen. Erbuiten moeten ze gebundeld worden in de nabijheid van lijnvormige infrastructuren zoals belangrijke wegen, spoorwegen en hoogspanningslijnen.

Tenslotte zijn er normen voor geluid- en slagschaduw, voorwaarden met betrekking tot veiligheid, natuur zoals op vogels of vleermuizen, onroerend erfgoed, luchtvaart, enz…